Dr. Med. Wilhelm Schüssler (1821-1898) grondlegger van de celzouten therapie. Hij was algemeen arts en ontdekte tijdens zijn werk als biochemicus dat, als hij het lichaam van iemand die zojuist was gestorven cremeerde en daarna de as analyseerde, de as nog maar bestond uit 12 ingrediënten, zijnde de 12 celzouten.
Hij ontdekte ook dat ,als iemand overleden was en voordien leed aan een gezondheidsprobleem, er een of meer celzouten in de as ontbraken of nauwelijks aanwezig waren.
De celzouttherapie is er dan ook op gericht om deze tekorten aan celzouten aan te vullen.
Dr schussler maakte zijn keuze uit deze 12 minerale zouten voor behandeling van ziekte en gezondheidsklachten. In gezonde toestand behoren deze zouten gebonden te zijn aan iedere lichaamscel.

Dosering?

Voor volwassenen en kinderen ; 2x daags 1 tablet (max. 4 soorten celzouten)
Voor zuigelingen en kinderen tot 2 jaar ; 1x daags 1 tablet (van max 2 soorten celzouten.)

Inname?

Tabletten in de mond laten smelten, daardoor worden de ionen van de celzouten door het mondslijmvlies in de bloedbaan opgenomen en komen zij niet in aanraking met de maagsappen.
Voor zuigelingen kan er een papje gemaakt worden wat opgelikt kan worden van een lepeltje (er is ook een mogelijkheid om de huidgel op de binnen onderarm in te wrijven).

Ook preventief kun je de celzouten gebruiken, dan is 1x daags voldoende.
Bij allergie of intolerantie van melksuiker kun je de tabletten oplossen in water (10 min laten staan), waarna het water sloks gewijs goed door de mond gespoeld wordt (de melksuiker blijft dan achter in het glas).

Bij aankoop c.q. adviseren van celzouten is het van belang om celzouten volgens originele receptuur, d.w.z verwreven niet gepotentieerd. Deze vorm geven de zouten geen last van eventuele bijwerkingen.